Pushing Limits

Een Longboard-avontuur beginnen op het hoogste punt van je land spreekt tot de verbeelding. Er vanuit Antwerpen geraken is niet eens zo moeilijk, met de trein en een bus die recht op dat punt stopt voelt het zelfs een beetje grappig en lullig tegelijk, too easy. Daarna moet je er vanaf. Dat heb ik al gedaan, op verschillende manieren maar nog nooit op een longboard…

Aangezien we uiteindelijk maar met 2 boarders zijn, besluit ik enkele dagen voor vertrek de route een serieuze twist te geven en te vertrekken op Signal de Botrange! De gedachte alleen doet mijn hartje sneller slaan. Met mijn plank deze mythische molshoop afrijden is altijd iets geweest dat ik heb willen doen. Nu dat ik daar samen met Filip in de koele venen-wind naar beneden sta te turen, krijg ik kriebels in mijn buik alsof er iets heel spannends staat te gebeuren. Zonder enige opwarming – en in mijn enthousiasme, ik zelfs zonder helm – springen we ook zonder veel nadenken op onze boards en beginnen we aan een memorabele trip die ons twee dagen later 44 kilometer verder zal brengen, dwars doorheen Oost-België aka de Oostkantons.

WAO FACTS AND FIGURES:

  • vertrekhoogte dag 1: 694m (Signal de Botrange)

  • aankomsthoogte dag 2: 284m (Trois Ponts)

  • aantal longboarders: 2

  • afgelegde afstand dag 1: 32km

  • afgelegde afstand dag 2: 12km

  • maximale snelheid: 44km/u

  • aantal gebruikte paddlesticks: 1

  • aantal valpartijen: 3

De routewijziging doet ons via de gewone wegen op het RAVeL-netwerk richting Malmedy en Trois Ponts aansluiten. Dit is een beetje een gok. Dat de RAVeLs ideaal zijn om te longboarden weet ik. De ondergrond is perfect en je komt er geen gemotoriseerd verkeer tegen. De gewone wegen kunnen op deze vlakken al eens tegenvallen. En ja, de ondergrond is zeer wisselend en auto’s vlammen ons voorbij. Maar dat deert ons niet. We amuseren ons rot eens we omlaag beginnen cruisen, soms met knikkende knieën, dan weer met hervonden zelfvertrouwen. Dat we hier en daar moeten wandelen wanneer de weg te veel stijgt, nemen we er graag bij.

We gaan sneller dan verwacht en in de late voormiddag passeren we al het skicentrum van Weywertz waar net een dorpsfeest van start gaat. Er is ruimte voor een stop en dus gaan we voor een vroege lunch met een braadworst en een broodje…en ja ook de eerste pintjes worden besteld. Een mens kan immers wel wat gebruiken op zo’n tocht.

In de namiddag komen we aan op de RAVeL 48. Deze gaat, tegen onze goesting in, 2% omhoog in plaats van de verhoopte 2% omlaag. We moeten dus serieus afzetten om vooruit te geraken. Het is net op dit moment dat ik al pushend wheelbite (een geblokkeerd wiel) veroorzaak en met mijn volle gewicht tegen de vlakte ga. Mijn knie en schouder worden geraakt, zelfs mijn hoofd tikt tegen het asfalt. Gelukkig draag ik nu wel mijn helm. De val is feller dan ik zou verwachten met zo’n kleine snelheid, bergop dan nog! Ik lach met mezelf, lik mijn wonden en rij door.

In Waimes wachten we Stephanie en Kris op. Zij doen een parallel avontuur met de fiets en dus bollen we de rest van de namiddag samen tot in Malmedy. Ondertussen staan zij in voor het maken van het beeldmateriaal.

We beslissen intussen om de RAVeL opnieuw links te laten liggen voor nieuwe backroads. Ook deze beslissing is een goede. We komen weer afdalingen tegen die ervoor zorgen dat we onze downhill skills fors uitbreiden. Deze afdalingen duwen onze limieten een heel klein beetje verder. We leren bij! We worden beter! Dat voelt goed.

In Malmedy gaan Filip en ik op zoek naar een bivakplek. Van het asfalt slaan we direct een bosweg in, bergaf en net doenbaar op onze planken. Downhill door het bos. Filip gaat ervoor, als een surfer op zijn golf. Plots blijven zijn vier wielen steken in een stukje modder en vliegt hij van zijn plank. Hij maakt een soort salto maar zijn rugzak fungeert als airbag. Ik sta er vlak naast en vind het, schandalig genoeg, spijtig dat ik dit niet op video heb. Het zou een echte hit zijn. Filip lacht, likt zijn wonden en we gaan verder de berg af, te voet.

Op een wei niet ver van het centrum vinden we een slaapplek. We verstoppen onze spullen en trekken het stadje in voor het avondeten. Au Petit Chef serveert ons heerlijke Mosselen à l’Ardennaise, frieten en bier.

WAO GEARLIST

  • longboard, niet te kleine plank, en niet te kleine wielen.

  • rugzak van minimum 25 liter

  • drinkwaterzak van minimum 2 liter in je rugzak is aangeraden.

  • EHBO setje. Vallen en schaafwonden horen erbij.

  • helm en eventueel extra bescherming (handschoenen, knie en elleboogbeschermers) is aan te raden.

  • klein reparatieset LB (rollagers en extra schroeven) en universele LB sleutel om alle schroeven los te krijgen.

  • slaapzak (in drybag)

  • bivakzak (bivybag)

  • slaapmatras (thermarest)

  • tarp (hilleberg) en piketten

  • energierepen

  • kleding: propere sokken, ondergoed, warme sweater en regenjasje. (in drybag)

  • kookvuurtje / whitegas

  • kookpot

  • spork

  • oploskoffie / Misosoep / Rendiersoep van Drytech /

  • drinkbeker

  • smartphone voor de foto’s

  • oplaadmogelijkheden smartphone (foto devices)

  • zakmes

  • lucifers

  • zaklamp

  • stafkaart(en) van de streek

  • paddlestick (multifunctioneel gebruik: voor meer snelheid, voor af te remmen op te snelle afdalingen, voor meer stabiliteit en als tarp-paal om onder te slapen)

  • flacon met favoriet drankje…

  • en anti-insectenmiddel, best met DEET

De nacht is moeilijker dan verwacht. Het is de eerste keer in lange tijd dat ik nog eens wild kampeer zonder tent en met enkel een tarp die ons van de elementen scheidt. Hiervoor heb ik een goedkope bivakzak aangeschaft maar die blijkt me niet te liggen. Ik zweet me in deze alufolie-zak te pletter en het geeft me tevens een claustrofobisch gevoel. Halfweg de nacht gooi ik de zak aan de kant. Dit blijkt, samen met het ontbreken van anti-insectenmiddel, geen goed idee. Het ongedierte neemt me stevig te grazen. Mieren bijten welig, teken zoeken en vinden hun weg. Ik betrap zelfs een grote natte naaktslak op mijn hals… Ik word letterlijk langs alle kanten “beetgenomen”. Veerle haar laatste woorden voor vertrek in het station van Berchem klinken heel de nacht in mijn hoofd: don’t let the bedbugs bite – don’t let the bedbugs bite!

Op een of andere manier slagen we er toch in een aantal uren te slapen en na een koffie en een rendiersoepje, springen we terug op onze longboards en beginnen we aan het laatste stuk van onze trip. Ons lichaam vertelt ons dat het niet makkelijk was de afgelopen 24 uren. De kilometers, de valpartijen, de insekten en het gebrek aan slaap, zorgen er op hun eigen manier voor dat we minder sterk op onze planken staan dan de dag ervoor. Maar och, we moeten maar 12 km tot Trois Ponts. Dat moet op een dik uurtje lukken. Deze keer doen we heel het traject op de RAVeL en het verschil in hoogte tussen Malmedy en Trois Ponts is groot genoeg om ons nog enkele leuke afdalingen te geven. Om 12u10 arriveren we in het dorp met zijn drie bruggen. En om stipt 13u00 vertrekt de trein terug naar Antwerpen. We drinken nog een pint en eten stoofvlees met opnieuw frieten. Klaar om met een hoofd vol nieuwe avontuurlijke opwinding terug te keren naar het gewone leven.

WAO ROADBOOK

  • HEEN / Antwerpen Berchem – Verviers: Trein (www.b-rail.be) – Verviers – Signal de Botrange: Bus nr 390.

  • TERUG / Trois Ponts – Antwerpen Berchem: Trein

  • TRIPROUTE / Signal de Botrange – Sourbroth – Bosfagne – Weywertz – Faymonville – Tcheste – Waimes – Outrewarchenne – Libomont – Esperance – Boussire – Gdoûment – Chôdes – Malmedy – Stavelot – Trois Ponts

 Ik blijf zweren bij de topografische kaarten van het nationaal geografisch instituut. Van kaarten gaan de batterijen niet plat. Voor deze trip heb je er 4 (!) nodig maar dan heb je wel ineens het volledige Hoge Venen gebied:

  • SART – XHOFFRAIX nr 50 / 1-2

  • ELSENBORN – LANGERT nr 50 / 3-4

  • STAVELOT – MALMEDY nr 50 / 5-6

  • BÜTGENBACH – BÜLLINGEN nr 50 / 7-8

Vorige
Vorige

Duo Escapism

Volgende
Volgende

Slowhill Longboarding