Winter op het water

Het kwik komt amper boven nul. In een dicht bos hobbelen twee terreinwagens langzaam langs een pad omlaag door een diepe laag van sneeuw en modder. De vijf mannen in de wagens kijken uit naar het avontuur dat begint aan de oevers van de Semois.

IMG_5525.jpg

Door de vallei van de Semois dalen we af naar de rivier. Op een verscholen plek op de oever laten we een van de auto’s achter. Dit wordt ons bivak. Als alles goed gaat zullen we hier op het einde van de dag varend aankomen. De weg terug omhoog gaat makkelijker dan gedacht. De terreinwagen klauwt zich stevig de berg op. Zo’n 20 km stroomopwaarts komen we bij de vertrekplaats. Hier dienen drie boten in elkaar gezet, uitgevouwen of opgeblazen te worden. Vandaag testen we de Belgische ONAK-vouwkano, een Zweedse Ally-kano en een Alpacka Packraft van Amerikaanse makelij.

WIEBELEND OVERWINNEN

Het is spannend om deze unieke vaartuigen in elkaar te steken. Nog spannender wordt het als we met al ons hebben en houden in de boten moeten kruipen vanaf de modderige oever. Iedereen maakt zich plots zorgen: we zijn geen ervaren kanoërs en gaan nu 20 km op een woelige, ijskoude rivier varen met een 3 NEST hoop materiaal aan boord. Zijn we voldoende warm en waterdicht gekleed? Is de stroming niet te sterk? Is de boot wel stevig genoeg in elkaar gezet? Zullen we hier zonder te kapseizen kunnen vertrekken? Ik vraag het me allemaal in stilte af wanneer de boten toch wel erg diep in het water lijken te zakken bij het instappen. En ook al is iedereen opgewonden over ons avontuur, toch merk ik dat er weinig speling zit tussen de slappe lach en de angst voor wat komen gaat. En ja hoor, we raken in de juiste boot het water op. De eerste meters laten we ons stroomafwaarts drijven. We halen amper adem: we hebben de indruk dat de kano’s slagzij kunnen maken bij de minste beweging. Als de ene man in de boot beweegt, doet de andere een tegenbeweging. Niet goed voor het stabiliteitsgevoel. We moeten dus dringend relaxen! De boot is onze compagnon, de rivier onze vriend. Stilaan leren we de bewegingen van onze partner kennen, begrijpen we het karakter van de boot en kunnen we genieten van de schoonheid die ons omringt.

VOUS ÊTES FOUS!

Het leven op de rivier opent zich langzaam op deze mistige dag. Het valt op dat het er rustiger is dan in de lente of de zomer. De vogels zijn minder talrijk, de vissen houden zich gedeisd. Enkel de elegante zilverreiger en de indrukwekkende witte zwaan laten zich horen als ze naast ons door de lucht klieven. Rond lunchtijd arriveren we aan de rand van Bouillon. Nog voor we doorhebben dat er vlak voor ons een grote barrage ligt met een enorme stroomversnelling en een verval van 3 meter, liggen we via een fuiksysteem al aan de kant aan een aanlegsteigertje. We mogen dus niet verder varen en moeten de boten dragen naar het lager gelegen stuk rivier. Ik heb een vermoeden dat sommigen dat niet erg vinden. We houden de lunch kort. Voor de lol beslissen we na het eten dat iedereen wisselt van boot. Ik mag in de packraft, de anderen verdelen zich over de kano’s. Onze doortocht door Bouillon is hilarisch. De mensen zijn verrast om ons op dit moment van het jaar te zien passeren. Ze wuiven naar ons of roepen dingen als: “Courage!”, “Pas froid?!”, en “Vous êtes fous!” } De bootwissel blijkt niet voor iedereen een goed idee. Zo zie ik de Ally plots een scherpe bocht naar links maken en een brugpijler rammen. De boot slaat ei zo na om en er stroomt een pak water in, te veel om verder te varen. Hij moet dus naar de kant om leeggemaakt te worden. Dat is hier midden in de stad met gemetselde kademuren niet zo simpel. Gelukkig is het water tegen die muren niet zo diep. Met een ingehouden grijns zie ik twee heren die kniediep in de Semois, midden in Bouillon, hun boot proberen om te draaien zonder hun bagage te verliezen.

VOLDAAN AAN HET KAMPVUUR

De rest van de namiddag varen we strak door. De vele stroomversnellingen en het hoge debiet geven ons een mooie snelheid. We passeren weilanden en eilanden met namen als La Grande Prairie en Île de Morette. We glijden langs hoge rotspartijen en donkere bossen. Le Tombeau du Géant ligt er majestueus bij. Volgens de legende ligt hier in de berg, waar de Semois omheen meandert, een reus begraven. Varen rond deze mythische plek met sneeuw op de oevers en ijs in de lucht doen me YEEEE HAAA roepen zo hard als ik kan. De echo botst op het water. Tegen 17 uur, bij de eerste avondschemer, zien we in de verte de laatste meander van de dag. Ons eindpunt is bereikt. En niemand is gekapseisd. We did it! We zijn uitgelaten. Dat heerlijke voldane gevoel van opwinding als je na een dag vol avontuur aankomt op je bestemming, daar doe je het voor! Iedereen heeft zijn schaapjes op het droge en dat mag gevierd worden. We babbelen erop los, wisselen van kleren en steken het vuur aan. Er wordt gedronken, het eten wordt klaargemaakt en we richten de slaapplaatsen in. Bij het knetterende kampvuur worden grootse plannen gesmeed voor toekomstige avonturen.


Vorige
Vorige

Hiken naar de vallei van het Rode Water

Volgende
Volgende

Duo Escapism