Wanderlust

De Hoge Venen synoniem voor saaie wandelnamiddagen in de jaren tachtig? Vergeet het. Ga eens voor de echte outdoorbeleving: logeren in een tipi en een heel weekend wildspotten, door de bossen rennen en barbecueën. Je hoeft het niet eens zelf uit te zoeken.

L1015090_MID.jpg

Boring High Fens?

De Hoge Venen synoniem voor saaie wandelnamiddagen in de jaren tachtig? Vergeet het. Ga eens voor de echte outdoorbeleving: logeren in een tipi en een heel weekend wildspotten, door de bossen rennen en barbecueën. Je hoeft het niet eens zelf uit te zoeken.

Een vrijdagnamiddag in het precoronatijdperk. We rijden richting zuiden, een shot lente hangt in de lucht. We passeren de drukte rond Luik en wanneer we de E42 opklimmen, naar het hoogst gelegen deel van België, slaat het vakantiegevoel toe. Zo meteen begint ons outdoorweekend in de Hoge Venen met We Are Outsiders (WAO). Bezieler is de avontuurlijke Tim Zeegers die wandelweekends organiseert met veelbelovende titels als Bronstige herten weekend of Smell that spring WKND.

Even voorbij de Baraque Michel rijden we de kampplek op. De auto gaat al snel aan de kant en wordt voor de rest van het weekend genegeerd. Achter het bordje ‘Base Camp’ staat alles klaar: de centrale vuurplek, een veldkeuken en grote tipi’s voor wie zelf geen tent meebrengt.

“Wie is er kandidaat om morgen mee te gaan wildspotten tijdens een vroege dauwtrip?”

Wij stellen de onze op, voor het donker neerdaalt. Algauw zitten we rond het vuur gezellig te borrelen en te kletsen met andere deelnemers, de lachsalvo’s weerkaatsen tegen de donkere bossen rondom. “Wie is er kandidaat om morgen mee te gaan wildspotten tijdens een vroege dauwtrip?”, vraagt Tim.

Bij het ochtendgloren overwinnen we de warme weerstand van de slaapzak. Het is de opwinding van zie-je-iets-of-niet die ons in stilte tussen de naaldbomen een steil pad opstuwt. Boven, in het zachte ochtendlicht, staan alle zintuigen op scherp. We ademen wolkjes in en uit. Maar na tien minuten hoopvol staren, besluiten we dat het weer niks is. Niet eens ontgoocheld maken we een ommetje terug naar het base camp, richting koffie. Natuurlijk maken we bij aankomst de anderen wijs dat we zonet ontelbaar veel herten achter ons lieten. De laatste deelnemers voor dit weekend arriveren. Sommigen alleen en voor het eerst, anderen brengen vrienden mee na deelname aan een vorige editie. Tim verwelkomt de wandellustige troepen en met 25 vertrekken we voor een stevige tocht.

We duiken de koele schaduw van een vallei in en volgen één van de vele riviertjes die de venen doorklieven. Wie denkt dat er weinig te beleven valt in de achtertuin van België, vergist zich. De Hoge Venen zijn qua outdoorbeleving ondergewaardeerd. Het is een stokpaardje van Tim, die je tijdens een WAO-weekend onderdompelt in verrassend ruige stukken natuur. Al neem je dat best niet letterlijk: de venen blijven een verraderlijke, grote spons waarin je makkelijk kunt verdwijnen. In 2009 werden er de stoffelijke resten gevonden van een wandelaar die zes jaar eerder vermist raakte. Zomaar zonder gids of voorbereiding de venen doorkruisen is geen optie.

Tim & Dieter make us feel safe

Tim & Dieter make us feel safe

We zijn er bijna

Op de hoogplateaus kronkelen de weggetjes alle richtingen uit. Er zijn weinig herkenningspunten. Het reliëf is moeilijk te lezen. De rest van de groep niet uit het zicht verliezen, is de boodschap.

Piekengeluk

De cadans van het wandelen weekt de groep los van mekaar. Eerst maak je een praatje met wie je al kent, maar twee bochten later beland je in een ander gesprek. Zo gaat het kilometerslang. Het tempo is best pittig maar doenbaar, al doet het deugd om even halt te houden wanneer Tim en WAO-kompaan Dieter op een stafkaart de route checken. Al uitblazend is de groep het erover eens dat deze tocht niet voor kinderen geschikt is. Je hoeft niet in Olympische bloedvorm te verkeren, maar een beetje fitheid is wel handig. Naast het riviertje Trôs Marets doorkruisen we een smalle kloof. Het lijkt wel een idyllische Zuid- Franse gorge, met een verankerde staalkabel langs het gladde rotspad om jezelf rechtop te houden. Ondertussen is het middaguur onopgemerkt gepasseerd en zien sommige deelnemers er hangry uit. We houden halt bij een typische jachttoren. Kilometers eerder werd al gefluisterd dat deelnemer Dirk tijdens de lunch zijn legendarische thee zou brouwen. Gehurkt gaat hij aan de slag met gember, citroen, honing en kardemon. De rest van het middagmaal lijkt op een kleine proeverij waarbij iedereen zijn meegebrachte specialiteiten aanprijst. Er is Spaanse jamón die uren heeft liggen drogen in de oven en “de lekkerste kaas die ik ken”. Chocolade van verschillende variëteiten wordt bovengehaald en aan een smaaktest onderworpen. Daarna moeten we even horizontaal bekomen in het veen – gras, het genoegen van de inspanning laat zich voelen.

Vorige
Vorige

Wilde Weekenden

Volgende
Volgende

Hiken naar de vallei van het Rode Water